Waarom de startnota
niet echt relevant is.
V2 Feb 2022
De startnota is een
uitstekende studie van zeer hoge kwaliteit, hierover bestaat geen enkele
twijfel. De studie is professioneel gemaakt en getuigt van veel vakmanschap en
kennis van de materie. En toch is het fout om op basis van deze studie op dit
moment eenrichtingsverkeer in te voeren.
Hoe kan dat?
Er zijn zes redenen.
1)
De
startnota komt te vroeg
De startnota werd opgemaakt voordat de tangent in gebruik werd genomen. De
resultaten zijn dus gebaseerd op schattingen van het effect van de tangent,
niet op reële tellingen. De studie komt met andere woorden te vroeg. De makers
van de studie konden het echte effect van de tangent niet in rekening brengen,
omdat dat echte effect gewoon nog niet gekend is.
2)
Het
doel werd vooraf bepaald
De startnota zoekt de beste manier op een vooropgesteld doel te bereiken.
In de startnota wordt bestudeerd wat de opdrachtgever (de overheid) gevraagd
heeft. Dat is logisch, de uitvoerders van de studie hebben exact gedaan wat hen
gevraagd werd.
Veronderstel dat het stadsbestuur een studie zou bestellen naar verschillende
methoden om de Sint Romboutstoren af te breken. Dan ontvangen
zij enige tijd later een mooie studie met enkele verschillende methoden om de
toren af te breken, met berekeningen, simulaties, lijsten van voordelen en
nadelen van elke methode, en uiteindelijk een suggestie van een
voorkeurmethode. Iedereen begrijpt dat je als stadsbestuur nooit deze studie
kunt gebruiken om aan de bevolking te zeggen: “Vanaf augustus 2022 wordt de
bescherming van de toren als monument opgeheven. De toren wordt afgebroken dmv explosieven, een zeer grondige voorafgaande studie
heeft uitgewezen dat dit de beste methode is.” Ook al is de studie van zeer
hoge kwaliteit, ze biedt uiteraard op zich geen argument om de toren af te
breken.
Nochtans is dit exact wat het stadbestuur gedaan heeft inzake de vesten. Er
werd een studie besteld om verschillende methoden te bestuderen met als doel
“het aandeel gemotoriseerd verkeer op de vesten gefaseerd af te bouwen… en om
het doorgaand verkeer definitief uit de stad en van de vesten te weren (startnota
pagina 4)“, uit deze studie volgt een voorkeurmethode, en dan wordt naar de
studie verwezen om deze methode in te voeren. Ook al is de startnota van hoge
kwaliteit, ze vormt geen argument om de vesten te vernieuwen, net zoals een
studie omtrent de beste methode om de toren af te breken geen argument vormt om
de toren af te breken…
3)
De startnota
lijdt aan een zware vooringenomenheid (bias).
De makers van de startnota treft voor alle duidelijkheid geen enkel verwijt: de
vooringenomenheid ligt geheel bij de opdrachtgever.
De vooringenomenheid is zwart op wit te lezen op pagina 5 van de startnota in
de paragraaf “Doelstelling”. Daar staat onder meer dat “er naar gestreefd wordt
om de vesten zo veel mogelijk in te richten als een brede, groene verblijfszone
met aantrekkelijke paden voor recreatief gebruik”. Het zal dan ook niet
verbazen dat de beste keuze die uit de startnota naar voor komt er een is … waarbij
de vesten ingericht worden als een brede, groene verblijfszone met
aantrekkelijke paden voor recreatief gebruik. Wat je er insteekt, komt er uit: als je prei
en broccoli in de mixer gooit, komt er geen chocomousse uit.
De makers van de startnota hebben hun werk correct uitgevoerd, geheel volgens
de wensen van de opdrachtgever.
Maar heeft de opdrachtgever de wensen van de Mechelse bevolking correct vertaald
in een goede opdracht voor het studiebureau? De startnota en het besluit zouden
er anders hebben uitgezien als de opdracht was geweest: “Ontwerp de vesten zo
dat een vlotte doorstroming van het autoverkeer gegarandeerd blijft, terwijl
tegelijkertijd de infrastructuur voor voetgangers en fietsers geoptimaliseerd
wordt, dit met zoveel mogelijk groen en veilige oversteekplaatsen”
4)
Een
neutrale keuze bestaat niet
Op het einde van de startnota worden de verschillende scenario’s vergeleken om tot
een globale beoordeling te kunnen komen. Ruimtelijke kwaliteit, verkeerssysteem
en verkeersleefbaarheid werden bijvoorbeeld gelijk benaderd. Het is duidelijk
dat, indien men één van de parameters zwaarder laat doorwegen, men tot een
ander resultaat zou komen. Als ruimtelijke kwaliteit even belangrijk, of
belangrijker wordt ingeschaald als de doorstroming van het autoverkeer,
verkrijg je een ander eindresultaat dan wanneer je de doorstroming zwaarder
laat doorwegen. Het is logisch dat de bias die door de opdrachtgever opgelegd
werd bij het begin van de studie, doorweegt tot in de eindconclusies.
Met andere woorden: de startnota komt tot de conclusies die het best
overeenstemmen met de vooraf gedefinieerde doelstellingen. Maar stemmen die
doelstellingen overeen met de wensen van de meerderheid van de Mechelaars?
5)
De
studie is onvolledig
In de startnota worden 3 opties grondig onderzocht. Elke studie is natuurlijk
bij definitie onvolledig, maar er is toch nog een vierde optie die mogelijks
interessant is om te bestuderen:
tweerichtingsverkeer met twee rijstroken op de buitenring en één op de
binnenring, waarbij zowel binnenring als buitenring toelaten om de vesten
volledig rond te rijden. Deze vierde optie zou bepaalde voordelen van het
eenrichtingsproject (bij de vierde optie komt er exact evenveel ruimte vrij
voor meer groen en betere fietspaden en voetpaden dan bij het
eenrichtingsproject) kunnen combineren met bepaalde voordelen van
tweerichtingsverkeer (zoals betere mobiliteit, bereikbaarheid en minder
nutteloze klimaatonvriendelijke omwegen).
6)
De
studie vergeet 86000 kleine details
De startnota vermeldt in de inleiding op pagina 4: “De opmaak van de startnota
wordt opgevat als een ontwerpproces … waarbij gestreefd wordt naar een
consensus, een gezamenlijke ambitie voor de vesten, waar alle betrokken actoren
zich in kunnen vinden.” Helaas werd
vergeten 86.000 betrokken actoren, namelijk de bewoners van Mechelen, te
consulteren. Misschien worden deze
actoren alleen betrokken om de rekening te betalen en de hinder te ondergaan?